De stamboom

Alle stamboomgegevens die ons tot op heden bekend zijn van de familie Hijzen en aanverwanten, zijn genoteerd in een lokaal opgeslagen genealogie-programma.
Een selectie van de namen van de voorouders is te vinden op Geneanet. Het gaat hierbij om overleden personen uit vorige generaties, waarvan alleen namen, geboorte- en overlijdensdata en de familierelatie worden vermeld. Dat overzicht wordt nog uitgebreid.

Heb je aanvullingen over de familie Hijzen of heb je nog oude familiefoto s? We ontvangen ze graag !

Reageren? Mail naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

 

De voorouders

De familiegeschiedenis voert ons terug naar de omgeving van Gent in de toenmalige Zuidelijke Nederlanden, waar Joost Jansz Heyse vermoedelijk vandaan komt. Hij is gehuwd met Catharina Pieters du Jardijn. Zij verschijnen rond 1650 in Rotterdam.

Joost Jansz Jansz Heijse is herbergier/tapper in de Rouaanse Kelder in Rotterdam. Dit etablissement was gelegen op de hoek van de Wijnstraat, tegenover bierbrouwerij De Posthoorn.
Hij is gehuwd met Catharina Pietersdr du Jardin die uit Vlaanderen kwam. Haar ouders hadden bezittingen in Oudenaarde. De naam Heyse komt in de Oost-Vlaamse regio ook veelvuldig voor in die tijd. Het is dus aan te nemen dat ook Joost een Vlaming was. In 1659 wordt een testament opgemaakt omdat Joost ziek is. Hij overlijdt kort daarna.  Zijn weduwe Catharina hertrouwt in 1662 met Barend Jacobsen, afkomstig uit Duinkerken. De kinderen van Joost en Catharina
dragen de familienaam Heijse(n) in verschillende variaties geschreven

Een van de kinderen heet Petrus (Pieter) en dat is de vader van Hermanus die in Rotterdam trouwt in 1715, daar kinderen krijgt, en rond 1740 naar Dordrecht verhuist. Hij is eerst broodbakker en later mandenmaker. Hij wordt weduwnaar en hertrouwt in 1746 in Dordrecht. Hij overlijdt in 1748, kort voor de geboorte van zijn zoon Hermanus.. Ook deze Hermanus krijgt weer een zoon Hermanus. Die pakt in 1845 zijn boeltje en gaat met zijn gezin (over het ijs, zo wil het verhaal) van Dordrecht weer terug naar Rotterdam. Dan volgt weer een Hermanus (geboren in 1830) en die zorgt via Theodorus Cornelis (1854)en Hendrikus Johannes (mijn opa, 1887) voor de voortzetting naar mijn familie Hijzen. De broer van deze laatste Hermanus, Jacobus Johannes, zorgt voor een tweede tak van de huidige Hijzens.

Mandenmakers

Vanaf het begin van de achttiende eeuw was mandenmaken het beroep van de familie Hijzen. Hermanus Hijzen werd in 1741 in Dordrecht al aangeduid als mandenmaker. Het ambacht werd door zijn zoon en zijn kleinzoon voortgezet. De laatste had drie zoons die ook allemaal mandenmaker werden. In de Tweede Wereldoorlog is de werkplaats door het bombardement van Rotterdam verwoest. Ten tijde van de pensionering van Adolf Hijzen is de mandenmakerij of zijn deel ervan vermoedelijk over gedaan aan zijn partner/collega. Na 220 jaar is er een einde gekomen aan het mandenmaken door de familie Hijzen.

De naam Hijzen

Het is niet bekend waar de naam Hijzen vandaan komt. Het kan een patroniem zijn, maar meest waarschijnlijk is het een topografische aanduiding.
De naam Hijzen werd aanvankelijk steeds geschreven met eij, ey of ei : Heijse, Heijsen, Heijsse, Heijssen, Heijze, Heijzen, Heyse, Heysen, Heyzen, Heijs, Heissen, maar ook  Hyze, Hysen, Hijsen en nog meer variaties.Vanaf ongeveer 1800 verdwijnt de e
steeds vaker uit de naam en wordt Hijzen.

De in Rotterdam geboren kinderen van voorvader Joost hadden Heijsen (in een of andere vorm) als familienaam, terwijl vader Joost zelf als Judocus Janssen van Hees wordt opgevoerd. Later verdwijnt (vooral in Dordrecht) steeds vaker de e uit de naam. Na de invoering van de burgelijke stand wordt hij definitief Hijzen.